over de duif en de specht


We zitten aan de ontbijttafel tafel. Emma vraagt: "Johan, is dat een specht daar in die boom". Ik zie niet meteen waar ze bedoeld. "Daar in die boom met dat zwart kop'ke. Nee, dat is een duif". Emma volhard, "dat is toch een specht". Ik leg uit hoe een specht er uit ziet en hoe dat verschilt van een duif. Emma maakt zich boos. "En toch is het een specht", besluit ze. Ik probeer haar nogmaals het verschil tussen een duif en een specht te duiden. Emma maakt zich nog meer boos, "jij begrijpt mij niet". Op deze moment ben ik het beu en zeg ik aan Emma dat het niet lief is van haar om zo'n toon aan te slaan. Gevolg Emma maakt zich nog meer boos. Ondertussen heeft Valérie zich in het gesprek gemoeid en proberen we met twee uit te leggen dat sommige spechten een groen hoofd hebben en andere een rood, en dat een duif een grijs hoofd heeft... "Jullie begrijpen mij niet" , besluit Emma, "en ik vind het niet fijn als jullie zo tegen mij praten".

Ze ziet ondertussen dat ze zich vergist heeft en dat daar een duif zit. Toch vind ze het moeilijk om dat voor zichzelf toe te geven. Het is moeilijk voor haar om te aanvaarden dat ze sommige dingen nog niet in een oogopslag kan lezen. Zoals ook wij het vaak moeilijk hebben om te aanvaarden dat er gewoon een duif voor onze neus zit als wij denken een specht te zien.